Op weg naar Pasen

Maria Ikonomopoúlou

epitafios

Pasen, ook de Stralende (Λαμπρή) genoemd, is het feest der feesten volgens het Christendom, dat de opstanding van Jezus uit de dood viert. In orthodox Griekenland wordt Pasen door iedereen die daartoe de mogelijkheid heeft op het platteland gevierd. Niet zo gek, aangezien Pasen altijd in de lente valt. De Griekse natuur ontwaakt uit haar winterslaap op een manier waar zelfs stadsmensen, gewild of ongewild, notie van nemen. Daar zorgen de bittere sinaasappelbomen voor, nerantziés in het Grieks, afgeleid van hun Perzische wortel naranj. Als ze in bloei staan, in maart al, word je dronken van hun bloesemgeur zoals de Grieken zeggen. Of de paarse sering, paschaliá genoemd, juist omdat de struik rond Pasen bloeit. En de judasboom die zijn naam ontleent aan de boom waaraan Judas zich zou hebben verhangen. Die staat ook in bloei rond Pasen en trekt de aandacht met zijn diep paarse bloemen die niet alleen aan de twijgen, maar ook direct op de stam groeien en al open gaan voordat er bladeren aan de boom komen.

Ik weet niet anders dan dat bloemen altijd aanwezig zijn in de Griekse kerk. In kleine dorpen zie je de kerkgangers naar de mis gaan met verse bloemen uit hun tuin in de hand. Tijdens de weken vóór Pasen, als iedere vrijdagavond de begroetingen aan Maria (Χαιρετισμοί) in alle kerken te horen zijn, wordt eerst de icoon met haar afbeelding met verse bloemen versierd.

Tijdens de Goede Week, die de Grieken ‘Grote Week’ noemen, verschijnen in de stad stalletjes met prachtige opstellingen van bloemenkransen. Bedoeld voor de graven, die in die periode opgepoetst en extra verzorgd worden. Voor wie een graf niet vaak kan bezoeken worden kransen van plastic bloemen aangeboden in allerlei kunstige versies.

Epitáfios

Maar het hoogtepunt wat bloemversieringen betreft is de Epitáfios.

Lees (en kijk!) verder in Lychnari 14/2 pp. 23 e.v.