Een ongelukkige kerst

Roelof van Gelder

Wie op 7 februari 1781 in de middag de London Inn te Plymouth betrad, kon aan een tafel vijf mannen zien zitten in een geconcentreerd gesprek. Twee van hen waren ambtenaren van de Admiralty, een was notaris en een was een Nederlander: de 48-jarige schipper Hendrick Buck uit Amsterdam. De vijfde man was een tolk. Wie naderbij trad kon opvangen dat het niet zozeer een gesprek was, maar een verhoor. Buck werd ondervraagd en de tolk vertaalde zowel de vragen als de antwoorden.

Uit het verslag van dit 34 vragen tellende verhoor blijkt dat Buck op 25 september van het vorige jaar uit Smyrna was vertrokken op zijn 260 ton metende schip Vrouw Elisabeth. Aan boord werkten zestien man. De lading bestond uit zijde, mohair wol, katoen, rozijnen, vijgen, specerijen en andere goederen, en was bestemd voor Amsterdam. De schipper vervoerde dit alles in dienst van de heren Bosch & Vereyn, kooplieden te Amsterdam.
De reis verliep voorspoedig tot het schip, bijna thuis, op 25 december 1780 omstreeks 12 uur, zeven of acht Nederlandse mijlen (ongeveer veertig kilometer) ten zuidwesten van Plymouth, werd aangehouden door de Engelse brik de Antigua, een oorlogsschip, onder commando van Robert Barton. Hoewel de Vrouw Elisabeth was bewapend met tien kanonnen en drie draaibassen en er enkele musketten, zes pistolen en zes harstvangers aan boord waren, werd geen verzet geboden.
Het was dus geen gelukkige eerste kerstdag voor kapitein Buck. Vijf dagen eerder had Engeland de oorlog aan de Republiek verklaard en Buck wist van niets. Hij werd gekaapt en opgebracht naar Plymouth. Zijn schip, zijn lading en alle papieren werden in beslag genomen dus ook de brief van moedertje Papayanni aan haar zoon in Amsterdam.
Hoe weten we dat allemaal zo precies?
We weten dit omdat alle documenten die betrekking hebben op deze ongelukkige verlopen vaart bewaard zijn gebleven in de National Archives in Kew. Nauwkeuriger gezegd, ze berusten daar in het High Court of Admiralty, een reusachtig archief dat de gegevens bewaart van de duizenden schepen die de Engelse marine en Engelse kapers buit hebben gemaakt tijdens vele oorlogen.

Voor de rest van dit artikel zie Lychnari 5, 2005